Op bezoek bij een 19e-eeuwse kunstschilder
Dit pand in de binnenstad werd al in de 16e eeuw gebouwd, kort na de stadsbrand van 1536. De Koornmarkt was toen een van de rijkste buurten van Delft.
In 1864 ging Paul Tétar van Elven hier wonen. Hij was kunstschilder en kunstverzamelaar. Ook gaf hij tekenles aan de Polytechnische School, een voorloper van de TU Delft.
Het favoriete kunstgenre van Paul was de historiekunst: verhalende schilderijen die scenes uit de geschiedenis of mythologie uitbeelden. Hij maakte ook schilderijen van zijn familie en kopieën van werken van oude meesters, zoals een kleinere uitvoering van de Nachtwacht van Rembrandt.
Paul had in zijn testament laten vastleggen dat zijn huis na zijn dood een museum moest worden. Zijn tweede vrouw Mechelina zorgde ervoor dat zijn wens in vervulling ging. In 1927 werd het museum geopend.
Nog steeds ademt het museumhuis een 19e-eeuwse sfeer omdat het meeste meubilair nog echt uit die periode komt. De meeste schilderijen in het huis zijn van Paul zelf of van tijdgenoten, maar hij verzamelde ook 17e-eeuwse kunst en antiek. Een bezoek aan het museumhuis voelt dus een beetje als een reis terug in de tijd.