De Delftse Donderslag
Op 12 oktober 1654 ontplofte het voormalig Kruithuis op de huidige Paardenmarkt. Op het schilderij van Egbert van der Poel hiernaast zie je de gevolgen van de ontploffing. Meer dan de helft van Delft kwam in puin te liggen.
De ramp wordt ook wel de Delftse Donderslag genoemd. Er werd gezegd dat de knal tot op Texel te horen was. De oorzaak van de ontploffing is niet bekend, maar waarschijnlijk sloeg een vonk van een lantaarn over naar het buskruit. Veel mensen stierven tijdens de ramp, waaronder de beroemde schilder Carel Fabritius. De schilder Egbert van der Poel zelf verloor een dochter en vele vrienden en familieleden.
Bij het herbouwen van de stad kreeg Delft hulp vanuit meerdere kanten. Zo kreeg Delft een donatie van in totaal 100.000 gulden van de staten van Holland en West-Friesland.
Op de plek van het Kruithuis werden woningen en de Paardenmarkt gebouwd. Ook werden er in 1660 plannen gemaakt voor het nieuwe Kruithuis. Het was wel duidelijk dat deze ver buiten de binnenstad moest worden geplaatst. Het nieuwe gebouw staat aan de Schiekade en is vele malen beter beveiligd dan het oude Kruithuis: dikke muren en dubbele deuren. De kruittorens staan in een vijver voor extra veiligheid.