In 1846 stuurt een boekhandel deze rekening aan een leesgezelschap in Delft. Het leesgezelschap heet Tot Nut en Vermaak. Het leesgezelschap is begonnen rond 1770. Samen lezen is echt iets voor de Verlichting. Toen vonden mensen het belangrijk om kennis en ideeën te delen. En hoe kun je dat beter doen dan samen over boeken en tijdschriften te praten?
De leden van het leesgezelschap komen 6 keer per jaar samen om over de boeken te praten. Een boekhandelaar organiseert de bijeenkomst. Die legt stapels boeken en tijdschriften klaar waaruit de lezers kunnen kiezen. Wat willen ze kopen? Ook zorgt hij voor hapjes en wijn. Als de boekhandelaar uiteindelijk de rekening stuurt, staan er daarom niet alleen boeken op. Maar ook witte wijn, biscuit en kaas.
De leden die naar bijeenkomsten mogen komen, heten ‘dirigeerende leden’. Tot Nut en Vermaak mag maximaal 14 van zulke leden hebben. Als andere mensen lid willen worden, kunnen ze ‘lezend lid’ worden tot er een plekje vrijkomt. Als lezend lid kunnen ze wel de boeken lezen, maar zijn ze niet welkom op bijeenkomsten. In 1783 wil een vrouw lid worden. De groep stemt erover. De vrouw mag erbij, maar alleen als ze altijd lezend lid blijft en nooit naar bijeenkomsten komt.
