Dit is de handtekening van Vranck Abrahamse Bredervelt uit Delft. Hij gaat in 1677 aan de slag als VOC-soldaat. Een notaris heeft een lijst gemaakt met alle dingen die hij meekrijgt voor zijn reis. Vranck zet er zijn handtekening onder.
Wat krijgt een soldaat bij de Verenigde Oost-Indische Compagnie allemaal mee? Allereerst een kist met een slot erop om zijn spullen in op te bergen. Vervolgens veel kleding: twee pakken, vier hemden, zes dassen, zestien neusdoeken en (maar) twee onderbroeken. Ook twee paar witte sokken en vier paar schoenen. Verder gaan er keukenspullen mee: borden, lepels en bekers. En een hangmat om in te slapen. Zeep om je mee te wassen. Papier, pennen en inkt om brieven te schrijven. En tabak en brandewijn om te roken en drinken.
Soldaten bij de VOC hadden andere taken dan matrozen en scheepshulpen. Soldaten bewaakten de eigendommen van de VOC. Vranck gaat mee met een schip met 67 soldaten, 157 zeelieden en 1 gewone passagier. In april vertrekken ze vanuit Zeeland. In juli maken ze een tussenstop bij Kaap de Goede Hoop. In september komen ze aan in Batavia. Daar blijven 11 soldaten aan boord om op het schip te passen, terwijl de rest de stad in trekt.
Vranck keert na een paar jaar veilig terug. Hij gaat wonen in Delft, aan het Achterom.
