Eeuwenlang is bier de volksdrank. Het water uit sloten en grachten kun je niet zonder meer drinken. Maar je kunt het wel koken en op smaak brengen met granen en kruiden. Kinderen drinken ‘dunbier’, met minder alcohol.
In de vijftiende en zestiende eeuw wordt nergens in Holland zoveel bier gebrouwen als in Delft. De graaf helpt een handje bij de verkoop. In 1411 bepaalt hij dat Delfts bier in andere steden niet hoger mag worden belast dan dat van plaatselijke brouwers. Dat privilege komt in 1613 nog altijd goed van pas. In Amsterdam moeten vier bierverkopers aan de Overtoom aan hun stadsbestuur extra belasting betalen omdat zij het populaire en goedkope Delftse bier verkopen. Delft stapt naar de rechter, het Hof van Holland, gewapend met het privilege van 1411. Daarmee wordt de zaak glansrijk gewonnen: de Amsterdammers mogen weer Delfts bier tappen. De vier vonnissen worden als trofeeën bewaard in het Delftse stadsarchief.
