Op 14 november 1775 overstroomde Delfshaven. Vandaag de dag hoort Delfshaven bij Rotterdam, maar in die tijd hoorde het nog bij Delft.
Delfshaven ligt aan de rivier de Maas. In de nacht van 14 november 1775 is er een zware storm. Het water slaat een stuk van de havendam weg. De kades en huizen in Delfshaven overstromen. Twee burgers redden wat er te redden valt. Ze openen de kleine sluisdeuren. Daardoor kan de kolk vollopen. De kolk is een ruimte tussen een eerste set sluisdeuren en een tweede set grotere sluisdeuren. Als de kolk volloopt met water, kan dat water tegenwicht bieden tegen het beukende water van de rivier. Zo voorkomen de twee mannen dat een nog groter gebied overstroomt, én dat de sluis helemaal kapot gaat.
Toch is de schade groot. Als het herstelwerk in volle gang is, slaat het noodlot opnieuw toe. Op 21 november 1776 zorgt een storm ervoor dat de dijk doorbreekt. Veel huizen in Delfshaven stromen onder en ook de sluis komt onder te staan. Gelukkig houden ook dit keer de grote sluisdeuren stand.