In 1639 koopt de West-Indische Compagnie (WIC) dit pand. De Metalen Pot is dan een oude brouwerij met een dubbele gevel op Lange Geer 26-28. Het wordt een kantoor voor de Delftse handelaren die investeren in de WIC. De Kamer Delft hoort bij de grotere Kamer De Maze, samen met Rotterdam en Dordrecht.
De handelaren verdienen geld aan de suikerplantages in Brazilië en aan handel op de westkust van Afrika. De handel in slaafgemaakten hoort hier ook bij. Delftenaren investeren in de zogenoemde driehoekshandel. Een schip brengt handelswaar naar Afrika: textiel, drank, buskruit en geweren. Daar kopen de schippers slaafgemaakten die zij meenemen over de Atlantische Oceaan. Zodra de slaafgemaakten verkocht zijn, reist het schip met producten van de plantages weer terug naar de Republiek.
De WIC is niet zo winstgevend als de handelaren hopen. In 1671 wordt de organisatie ontbonden en wordt ook dit kantoor opgedoekt. De Kamer Delft vergadert voortaan in Rotterdam, in het kantoor van Kamer De Maze.