Delft
Bron

In 1742 varen zeven weesjongens uit Delft mee met het VOC-schip ’t Hof van Delft. Ze worden opgevoed in het Weeshuis aan de Oude Delft. Er reizen vaker weeskinderen naar de andere kant van de wereld voor werk. Meer dan 800 Delftse weesjongens monsteren in de zeventiende en achttiende eeuw aan bij de VOC. Ze werken er als eenvoudige matrozen, als soldaten of als hulpjes van timmerlieden. Het Weeshuis houdt in dit soort registers bij wat ze verdienen. Want zolang de jongens nog niet volwassen zijn, gaat hun loon grotendeels naar het tehuis.

’t Hof van Delft vaart via Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika naar Batavia. De reis duurt ruim zeven maanden. In november 1742 komen de jongens in Batavia aan. Een paar maanden later vaart het schip volgeladen met handelswaar terug naar de Republiek. Er wordt veel geld mee verdiend, maar daar profiteren de weesjongens lang niet altijd van. Een leven op zee is gevaarlijk.

Dat zien we ook terug in dit register. Van de zeven jongens staat bij vijf ‘obiit’. Dat betekent dat ze onderweg of in Oost-Indië zijn overleden. Het Weeshuis ontvangt hun laatst verdiende loon. Daarna worden er weer nieuwe weesjongens gezocht, want de VOC heeft altijd personeel nodig. Met zulke hoge sterftecijfers is dat niet zo vreemd.

Je kunt de registers van weeskinderen die met de VOC en WIC meevaren ook digitaal doorbladeren.

Herkomst

Maker

Weeshuis

Datering

1742

Collectie

Stadsarchief Delft

Organisatie

Erfgoed Delft

Nummer

Archief 201 - 1031 (scan 66)

Link

https://hdl.handle.net/21.12115/NL-DtAD5746827

Gerelateerde thema's

Delfts slavernijverleden

Beschikbare tools

Overzicht van alle transcripties

Overzicht van bron(nen) op de kaart