Op 6 maart 1603 laat Matijs Ewoutsz uit de Zwaardsteeg een kindje begraven bij de Nieuwe Kerk. Dat is verdrietig, maar niet ongewoon in deze tijd. Veel kinderen sterven jong. In het begraafboek staat de naam van het kindje niet opgeschreven. Wel staat er dat het een ‘morijnkint’ is. Dat komt van Moors, in de zeventiende eeuw een verzamelnaam voor ‘Afrikaans’ of ‘zwart’. Het kindje is dus de zoon of dochter van een zwarte vrouw.
Lang dachten we dat er in de zeventiende en de achttiende eeuw nog geen mensen van kleur in Delft woonden. Deze aantekening bewijst het tegendeel. Veel meer weten we helaas niet over dit kindje. Waarschijnlijk ging Matijs Ewoutsz mee op een scheepsreis naar Afrika of Azië. Delftenaren begonnen rond deze tijd handel te drijven in die regio’s.
Kreeg Matijs een kind met een Afrikaanse of Aziatische vrouw? En was zij dan een vrije vrouw of een tot slaaf gemaakte vrouw? Misschien heeft hij de moeder van het kind ook meegenomen naar Delft. En woont er dus ook na 1603 nog een zwarte vrouw in de Zwaardsteeg.