Delft
Bron

In 1794 vindt een opzienbarende doopplechtigheid plaats in de remonstrantse kerk aan de Oude Delft. De jonge vrouw Niabi knielt neer om de doop te ontvangen. Zij is geboren in het Afrikaanse Guinée, maar is als slaafgemaakte verscheept naar de koffieplantage Met en Meerzorg in Demerary. Vanaf daar neemt plantage-eigenaar Christoffel Johan Hecke haar mee naar Delft.

In de Republiek bestaat officieel geen slavernij, maar Niabi is niet automatisch vrij. Een doop kan wel de weg naar vrijheid zijn. Tijdgenoten vinden dat een christen geen slaaf kan zijn. Hecke wil Niabi niet laten dopen. Dominee Abraham van der Meersch van de remonstrantse kerk vindt dat de vrouw ‘godsdienstig en eerlijk’ is, en dat ze niet langer in ‘onchristelijke slavernij’ mag leven. Hij doopt haar wel en geeft haar een nieuwe christelijke naam: Maria Zara Johanna Niabi. Zijn echtgenote Sara Turfkloot en kerkenraadslid Johannes Guus staan er als getuigen bij. Om iedereen te laten zien dat hij er zo over denkt, laat de dominee deze prent maken.

Maria Zara Johanna Niabi blijft in de Republiek. Ze werkt daarna niet meer voor Hecke, maar wel voor de vrouw van de dominee. In 1834 overlijdt ze in Den Haag.

Herkomst

Maker

Onbekend

Datering

24-9-1794

Collectie

Stadsarchief Delft

Organisatie

Erfgoed Delft

Nummer

Objectnummer 68709

Link

https://hdl.handle.net/21.12115/NL-DtAD211041264

Gerelateerde thema's

Delfts slavernijverleden

Beschikbare tools

Overzicht van bron(nen) op de kaart