Als Anna Catharina de Roo in 1741 overlijdt, maakt een Delftse notaris haar boedel op. Hij schrijft precies op wat zich allemaal in haar woning op Oude Delft 95 bevindt. Het is dan het grootste woonhuis in Delft en het blijkt goed gevuld. Alleen al voor de sieraden heeft de notaris tientallen pagina’s nodig: 57 juwelen met edelstenen, 13 parelkettingen, 90 gouden sieraden en 117 voorwerpen van zilver. Daarna gaat de lijst eindeloos door met luxueus meubilair, dure kledingstukken en enorme hoeveelheden kostbaar Chinees porselein.
De gigantische rijkdom van Anna Catharina de Roo is voor een groot deel afkomstig uit Nederlands-Indië (nu Indonesië), waar ze jarenlang gewoond heeft. Haar man Diederik Durven is gouverneur-generaal in Batavia (nu Jakarta) geweest. Dat was de belangrijkste VOC-functie in de koloniën. Hij heeft er aan het hoofd gestaan van de slavensamenleving die daar uit de grond is gestampt. Een systeem dat bedoeld is om handelsgoederen naar de Republiek te zenden waar veel geld mee wordt verdiend. De koloniale afkomst is ook goed zichtbaar in de rest van de boedel: Chinees linnen, Bengaalse rokken, Japanse theeschoteltjes, Oost-Indische stoelen…. En ga zo maar door.
De hele boedel van Anna Catharina de Roo staat hier uitgeschreven.
