Vanaf 1941 dragen alle Nederlanders van vijftien jaar en ouder verplicht een persoonsbewijs bij zich. Zo kan de Duitse bezetter iedereen goed in de gaten houden. Joden krijgen een stempel J op hun kaart en van jongemannen is duidelijk wanneer ze oud genoeg zijn om in Duitsland te werk gesteld te worden. De meeste mensen hebben de pest aan hun ‘pb’, zoals ze het ook wel noemen.
Dit is het persoonsbewijs van Frederika Johanna Drenth (1895-1991), die voor de oorlog haar brood verdient met lesgeven. Ze geeft mandolinelessen en knip- en naaicursussen voor beginners. Tijdens de oorlog verandert ze van baan. Ze wordt godsdienstonderwijzeres, zoals ook in het persoonsbewijs is te zien.
Na de oorlog gooien veel mensen hun persoonsbewijs weg of ze verscheuren het. Frederika Drenth doet dat niet. Zij bewaart het en laat het uiteindelijk na aan het archief.
Meer lezen?