In de winter van 1944-1945 lijdt het westen van Nederland honger en kou. Het zuiden van het land is bevrijd, waardoor de aanvoer van voedsel en brandstof stopt. Veel Delftenaren komen in de problemen. De Centrale Keuken biedt hulp aan wie echt niets meer heeft. Dat is geen vetpot. Vanaf november 1944 krijgen de mensen daar een halve liter soep – als maaltijd voor de hele dag. Het duurt nog tot april 1945 voordat de toestand verbetert. Het neutrale Zweden en Zwitserland krijgen dan toestemming om voedsel te brengen naar de hongerende bevolking.
In de tussentijd proberen de Delftenaren van alles om aan eten te komen. Ze bedenken recepten met suikerbieten, die eigenlijk voor het vee bedoeld zijn. Kunstenaar-fotograaf Peter Odijk heeft een fotozaak in de Vlamingstraat. Als fotograaf heeft hij nog maar weinig werk in deze maanden. Hij legt de verschrikkingen van de Hongerwinter in Delft vast in tien pasteltekeningen. De kleuren zijn somber en de bijschriften spreken duidelijke taal.
Meer lezen? https://www.stadsarchiefdelft.nl/delft365/de-honger-verbeeld