Drama op de markt
De middeleeuwse samenleving had een boel verboden en voorschriften. Dezen verschilden ook nog eens van stad tot stad en van gewest tot gewest. Geldzaken waren ongelooflijk ingewikkeld, en dat gold ook voor de regels die werden opgesteld door de gilden, de beroepsorganisaties van ambachtslieden. Die letten heel zorgvuldig op de kwaliteit van de producten die de leden maakten. Ze letten ook goed op de handhaving van hun beschermde positie binnen de stad.
Met die regelgeving kwamen de archeologen van Archeologie Delft in aanraking toen ze acht tinnen kannen en vier tinnen borden uit de vulling van de middeleeuwse stadsgracht naar boven haalden.
Ze waren niet ver van de vroegere Waterslootsepoort tegelijkertijd in het water terechtgekomen. De vormen laten zien dat dit aan het eind van de 16e eeuw gebeurde. Tinnen serviesgoed was niet goedkoop. Dat iemand het in de gracht gegooid heeft is al opvallend, maar er is nog meer op te merken. De kannen en borden zijn identiek, ze zijn nooit gebruikt, en er is op ingehakt en gestoken alsof er niets van over mocht blijven. Waarom?
De archeologen dachten eerst aan de kwaliteitseisen die de gilden stelden aan de producten van hun leden. Mogelijk zat er te veel lood in. Na onderzoek bleek het loodgehalte echter prima te zijn.
De oplossing lijkt te zitten in een van de merkjes die in de kannen en borden zijn geslagen. Daarop is de beroemde Haagse ooievaar te zien. Handelaars van buiten Delft mochten geen nieuw tin verkopen in de stad. Een afspraak van het gilde die streng werd nageleefd. Dit tin is gloednieuw.
Het lijkt erop dat eind 16e eeuw een klein drama op de Delftse markt heeft plaatsgevonden. Zie je het voor je? Delftse gildeleden en marktmeesters ontdekken de verboden Haagse waren, vernielen ze en gooien ze in de gracht bij dezelfde poort waar de ongelukkige tinhandelaar op niet al te vriendelijke wijze wordt weggeleid.