Transcriptie

Er gaan geruchten dat morgen in de binnenstad huiszoekingen naar fietsen zullen worden gedaan. In A’dam kun je zoute haring koopen voor f 1,- p. stuk, 1 cigaret voor 30 cent, enz. Nieuws is er verder niet, het stormt soms flink. Vannacht schijnt er een vliegende bom in de lucht uit elkaar gespat te zijn, heb het niet gehoord. Morgen is ’t Sinterklaas, we doen er niets aan, er is toch niets te koop. Wij zullen probeeren in de kalkoven ’n soort koekje te bakken.

Woensdag, 6 Dec. ’44

Vanavond wordt er flink gevlogen en daarnet danig geschoten. Gisteren was ’t Sinterklaas, we hebben ’t niet gevierd, Tine kwam nog even aanwaaien op de fiets. We hebben appelschijfjes door bloem gehaald en in wat olie in de koekepan gebakken. Vanavond een bepaling in de krant dat het overschrijden van de IJsselmine vanaf den Rijn tot aan het IJsselmeer in beide richtingen is verboden voor mannen van 1905-1928. Verder niet veel nieuws, in België nog steeds herrie, in Griekenland dito. De Russen rukken hard op in Hongarije, hebben het Plattenmeer [= in het Duits Plattensee, in het Nederlands Balatonmeer] bijna bereikt. In het Saargebied ligt Saarbrücken onder vuur, de Saar is op twee plaatsen overgestoken, Saarunion veroverd, Saarlouis gedeeltelijk. Men zegt dat Venlo bevrijd is, Nijmegen is tot nu toe voor ¼ verwoest en Elst is geheel van den aardbodem verdwenen.

Maandag, 11 Dec. ’44

Delft heeft zaterdag z’n lang verwachte razzia gehad. ’s Morgens vroeg, ’t was nog donker, was ’t al rumoerig, er werd voortdurend geschoten, maar dat gebeurt den laatsten tijd wel meer, vonden we dus niet zoo gek. Later hoorden we nogal eens deuren gaan, ’n paar moffen stonden te schreeuwen in de Papenstraat en op ’n gegeven oogenblik rende iemand over ’t bruggetje terwijl er op hem geschoten werd. Toen kwamen we tot de ontdekking dat de langverwachte razzia aan den gang was. De straten waren allemaal afgezet, moffen liepen te schreeuwen en te schieten en ondertusschen kwamen ze overal aanbellen om ’t aanmeldingsbevel te brengen, waar natuurlijk niemand gehoor aan gaf. We hebben rustig ontbeten en zijn aan onze huishoudelijke plichten begonnen, afgewisseld door kijken aan het raam. Om half 10 ongeveer kwam ’n auto met luidsprekers door de straten, die het oproepingsbevel herhaalde en aankondigde dat verder iedereen van de straat moest. Toen was er ook geen kip meer te zien. Om half elf ongeveer kwamen ze op de gracht om huiszoekingen te doen – huis aan huis. Je krijgt dan wel even ’n raar gevoel als ze zoo langzaam maar zeker dichterbij komen. Eindelijk waren ze hier, werden beneden door Pa ontvangen, één bleef buiten staan en twee kwamen binnen. Pa moest z’n persoonsbewijs laten zien en toen

Den vi.en [6en] martij

Oede Corn[elisz] aen den Langendijck

Een morijnkint van Matijs Ewoutsz[oon] in ‘t Swaertsteech

De groote zwarigheid is & blijvt dan door welke middelen men zorgen, & langs welke wegen men uitwerken zal, dat deze ongelukkige slagtoffers der Barbaarsheid & winzugt meer menschlievend behandelt worden? Dit eigentlijk schijnt het oogmerk van het tweede lid van het voorstel te zijn. Indien de menschlievendheid de begunstigde Hoofd-Deugd was van het menschdom, zou de slavernije onbekend zijn gebleeven.

... ook ijder in ’t bijsonder. Specialijck om uijt de naam van hem comp[aran]t [=Arnoldus van der Straaten] te veijlen en te vercoopen, soo in ’t openbaar als onder dehandt, zijn comp[arants] slaaf ofte lijff eygenen met name Fortuyn van Bengalen, decooppen[ningen] daer voor uijt gelooft te ontfange en den cooper daervoor tequitteere [= kwijtschelden], met expresse begeerte dat de heere geconstitueerd[en]de opgemelte v[er]coopinge zulle moeten doen aen een goet eerlijck man, soo als sijlieden in conscientie en goeden gemoeden best oorbaar bevinden zullen zonder deuyterste prijs voor den selven slaaf te willen bedingen met de...

Coridon

Meij

3 Papoeajongens: Spadilla, Basta en Slamat

Jas

Pas op

Titus

Dina

Flora

Rosetta met haar 2 kinderen Bachus en Damon

Galant

’t Hof van Delft1742

K[inder]boek D, f[oli]o

352 Wouter Rieborn obiit ontf[angen] julij 1750 f 318-7-0 ... f 47-2

280 v[erso] Jacob van Vliet (obiit ontf[angen] 17 7 50 f 120) ... f 35-2

341 Antonij de Haan gerepatrieerd 1749 ...f 14-0

343 v[erso] Frederik Begers obiit ontf[angen] julij 1750 f 24-19-0 ... f 14-0

343 v[erso] Hendrik van der Laan gerepatrieerd 1748 ... f 14-0

322 Hendrik de Boo (obiit ontf[angen] julij 1750 f 60-9-0) ... f 14-0

292 v[erso] Willem van Schie (obiit ontf[angen] julij 1750 f 38-16-0) ... f 14-0

[onder de streep:] bet[aald] f 152-4

Florens graue van Hollant groit die scepene ende die raitsmanne van Delf. Wi onbeden v ende willent

dat ghi van jare te jare keset tue witachte mannen die tote des spittales goede sien ende tot den hus, dat dat goit niet onredelike vort wert gebracht of uerteirt. War oec eman die dat weder stode, so onbede

wi onsen bailgu dat hi dat of doe also uerre als hem die tue gecoren teuorenbrengen. Gegeuen des manendages

na dat men singet Misericordia Domini, jn den jaren Onses Heren dusent tuehondert tueentachtich.